gen

Een gen is een specifiek stuk DNA dat wordt beschouwd als de biologische eenheid van overerving en dat de code bevat voor het maken van een eiwit. Van elk gen zijn in lichaamscellen twee kopieën (= twee allelen) aanwezig, een afkomstig van de vader, een van de moeder. Als de allelen identiek zijn, spreekt men van homozygoot. Zijn ze verschillend, namelijk in de volgorde van hun nucleotiden, dan heet dat heterozygoot. Eerst wordt de informatie in het gen overgeschreven op strengetjes boodschapper-RNA. Die strengen verlaten de celkern waarin het DNA zit opgesloten, en zetten in de cel de processen in gang die tot de aanmaak van het eiwit leiden. Genen zijn gelokaliseerd op een bepaalde plaats (locus) van een chromosoom.

Zie ook DNA, genetische code, genoom en polymorfisme.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

Mythologie > Grieks-Romeins

Demeter

In de Griekse mythologie de godin van de vruchtbaarheid en de aarde, die de vruchten voortbrengt, in het bijzonder de granen. Uit haar verbintenis met Zeus (haar broer) kreeg zij een dochter, Persefone. Toen Persefone door Hades naar de onderwereld was ontvoerd, ging Demeter haar zoeken. Zij dwaalde over de aarde, die al die tijd geen graan voortbracht. De winter was over het land gekomen. Zeus zond uiteindelijk Hermes naar de onderwereld, met de opdracht Persefone naar haar moeder terug te brengen. Zij moest voortaan een derde deel van het jaar in de onderwereld doorbrengen en de overige tijd op aarde. Dit symboliseerde de wisseling van de seizoenen.