genetische code

De genetische code is de ‘vertaling’ van DNA naar eiwitten, via RNA en aminozuren. Deze code is opgehelderd aan de hand van de nucleotidenvolgorde van het messenger‑RNA (zie RNA). De 'letters' van de code worden gevormd door de vier nucleotiden adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en uracil (U) die in het messenger‑RNA voorkomen. Omdat een volgorde van drie nucleotiden (= een codon) codeert voor de inbouw van één aminozuur, zijn er 64 mogelijke codons, die samen de genetische code vormen. AAA codeert bijvoorbeeld voor lysine, UUU voor fenylalanine. Enkele van de codons voorzien in start‑ en stoptekens.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.