gen

Een gen is een specifiek stuk DNA dat wordt beschouwd als de biologische eenheid van overerving en dat de code bevat voor het maken van een eiwit. Van elk gen zijn in lichaamscellen twee kopieën (= twee allelen) aanwezig, een afkomstig van de vader, een van de moeder. Als de allelen identiek zijn, spreekt men van homozygoot. Zijn ze verschillend, namelijk in de volgorde van hun nucleotiden, dan heet dat heterozygoot. Eerst wordt de informatie in het gen overgeschreven op strengetjes boodschapper-RNA. Die strengen verlaten de celkern waarin het DNA zit opgesloten, en zetten in de cel de processen in gang die tot de aanmaak van het eiwit leiden. Genen zijn gelokaliseerd op een bepaalde plaats (locus) van een chromosoom.

Zie ook DNA, genetische code, genoom en polymorfisme.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.