gen
Een gen is een specifiek stuk DNA dat wordt beschouwd als de biologische eenheid van overerving en dat de code bevat voor het maken van een eiwit. Van elk gen zijn in lichaamscellen twee kopieën (= twee allelen) aanwezig, een afkomstig van de vader, een van de moeder. Als de allelen identiek zijn, spreekt men van homozygoot. Zijn ze verschillend, namelijk in de volgorde van hun nucleotiden, dan heet dat heterozygoot. Eerst wordt de informatie in het gen overgeschreven op strengetjes boodschapper-RNA. Die strengen verlaten de celkern waarin het DNA zit opgesloten, en zetten in de cel de processen in gang die tot de aanmaak van het eiwit leiden. Genen zijn gelokaliseerd op een bepaalde plaats (locus) van een chromosoom.
Welk vorstengeslacht regeerde zowel in het Duitse Rijk, Spanje, de Nederlanden als in Oostenrijk?
nationalisme
Sterke voorliefde voor het eigen volk en de eigen staat. Deze houding gaat vaak gepaard met een afkeer van of minachting voor andere volkeren. Het begrip heeft een negatieve lading, vooral als gevolg van het nationaal-socialisme in Duitsland, waar politieke leiders nationalistische gevoelens manipuleerden.
Zie ook discriminatie, fascisme en xenofobie.