Ardennenoffensief

Ardennenoffensief. In een laatste poging de opmars van de geallieerde legers in het Westen te stuiten begon Hitler op 16 december 1944 een groot tegenoffensief tegen de in de Ardennen gelegerde niet zo sterke Amerikaanse troepen. Die werden daarbij volkomen overrompeld. De Duitsers pleegden oorlogsmisdaden door meer dan 100 Amerikaanse soldaten die zich overgaven dood te schieten. Pas nadat door de dikke sneeuw grote Amerikaanse en Engelse versterkingen waren aangevoerd kon het tij langzaam gekeerd worden, met als historisch hoogtepunt de slag om Bastogne, rond de kerstdagen van 1944, waarbij de ingesloten Amerikaanse soldaten tenslotte - nadat de dagenlange mist was opgetrokken - door de geallieerde luchtmacht uit hun benarde positie gered werden. Half januari 1945 moesten de Duitsers de strijd staken, deels omdat hun troepen ingezet moesten worden tegen het in het Oosten oprukkende Russische leger. Toen waren aan beide kanten ongeveer 80.000 man gedood en hadden de Amerikanen ruim 700 tanks en 500 vliegtuigen verloren.