terug naar zoekresultaten voor 'fenomenologie'

Jacques Derrida

(1930-2004) Franse filosoof van joods-Algerijnse afkomst. Wordt gerekend tot de postmodernisten. Studeerde in Parijs en verdiepte zich aanvankelijk in de fenomenologie van Husserl . Later raakte hij onder de invloed van Nietzsche, Heidegger, Freud en Levinas. Hij hield zich vooral bezig met het interpreteren en becommentariëren van teksten van de belangrijkste denkers van de westerse traditie. Daarbij ontwikkelde hij de methode van de deconstructie. Speciale aandacht besteedde hij aan de 'taligheid' van teksten, de valkuilen van de taal waarin filosofen tuimelen (in die zin is zijn benadering verwant aan die van Wittgenstein). Een belangrijke stelling van Derrida is dat de betekenis van teksten niet zozeer berust op hun verwijzing naar de buitentalige werkelijkheid als wel op hun vervlechting met andere teksten (intertekstualiteit). Vanaf de jaren negentig mengde hij zich ook steeds meer in het politieke debat, waarbij hij vooral kritisch was ten aanzien van de hegemoniepolitiek van de VS en Israël.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.