Hiroshima en Nagasaki

Japanse steden die begin augustus 1945 verwoest werden door atoombommen, eerst Hiroshima door een uraniumbom en, toen Japan zich nóg niet wilde overgeven, drie dagen later Nagasaki door een plutoniumbom.
De Amerikanen verwachtten dat zij bij een invasie van het vaste land van Japan heel grote verliezen zouden gaan lijden, veel groter nog dan bij de verovering van het eiland Okinawa. Daarom zetten zij voor het eerst in de geschiedenis - en tot nog toe ook voor het laatst - hun pas ontwikkelde kernbommen in.
De gevolgen waren desastreus voor de bevolking van beide steden: direct al naar schatting 78.000 mensen in Hiroshima en 40.000 in Nagasaki. Indirect stierven er in de maanden erna naar schatting nog eens meer dan 100.000, in grote pijn door de brandwonden. Ook in later jaren stierven nog vele duizenden mensen aan ziekten, zoals kanker, veroorzaakt door de radioactieve straling.
De oorlog met Japan werd er wel door beëindigd. Drie dagen na de bom op Nagasaki besloot Keizer Hirohito tot overgave.