daglichtpapier
(Engels: printing out paper, P.O.P.) Een groep fotopapieren die met daglicht belicht moet worden en van 1839 tot circa 1950 werd gebruikt. De belichting vond altijd plaats in contact met het negatief. In tegenstelling tot ontwikkelpapier, waar het beeld pas ná ontwikkeling zichtbaar wordt, ontstaat het beeld bij daglichtpapier tijdens de belichting. Daarom spreekt men ook van voluitdrukkend daglichtpapier. Tot deze groep papieren behoort onder andere de zoutdruk, het albuminepapier en het celloïdinepapier.
Welke periode in de prehistorie duurde tot de komst van de Romeinen in het huidige Nederland?
emotionele intelligentie
Vorm van sociaal inzicht, de mate waarin iemand de kunst verstaat met anderen om te gaan, ook als die op allerlei aspecten anders zijn dan hij- of zijzelf. Ook de mate waarin men zich in allerlei situaties kan aanpassen en op een soepele manier kan bewegen.