terug naar zoekresultaten voor 'ik'

taalverloedering

Een verschijnsel dat veel mensen denken te horen of lezen in het taalgebruik van anderen, vaak jongeren, wanneer dat afwijkt van hun eigen taalgebruik. 'Anders' wordt dan beleefd als 'fout'. Meestal gaat het om taalveranderingen (nieuwe woorden en manieren van zeggen, het als minder 'grof' beleven van scheldwoorden), die van alle tijden en alle talen zijn, en waarover dan ook altijd en overal geklaagd is. Dat anderen zich niet houden aan een handvol taalregels die men zelf – vaak met moeite – heeft geleerd (hen/hun, groter als/groter dan), wordt dikwijls als taalverloedering aangemerkt. Ook in spelfouten (ik wordt, begravenis) en voorstellen de spelling te wijzigen ziet men nogal eens (de dreiging van) taalverloedering . Bij dat laatste wordt over het hoofd gezien dat formele afspraken over de manier waarop een taal in schrift wordt weergegeven, die taal zelf niet veranderen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.