luis

Luis is een parasitaire aandoening van de behaarde delen van het lichaam of kleding met luizen. Luizen voeden zich met het bloed van de mens en hun beten veroorzaken hevige jeuk. Er zijn drie soorten. Hoofdluis komt meestal voor op de hoofdhuid, de schaamluis (‘platje’) in de schaamstreek, de kleerluis in de naden en zomen van kleren (alleen bij mensen die onder onhygiënische omstandigheden leven). De schaamluis kan behalve in schaamhaar ook in wimpers, borst- en baardhaar aangetroffen worden. De hoofdluis leeft dicht bij de hoofdhuid en legt haar eitjes (neten) vaak achter de oren tegen de haarbasis. Besmetting met hoofdluis vindt plaats onder normale hygiënische omstandigheden en is geen schande. Het gebeurt door lichamelijk contact (bijvoorbeeld spelende kinderen), via kleding (bijvoorbeeld kapstokken op school), beddengoed (bijvoorbeeld slaapzakken) en speelgoed (bijvoorbeeld knuffelbeesten). De gedachte dat een besmetting met luizen een gevolg is van slechte lichaamshygiëne is misplaatst.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welk zeilschip werd vanaf de 17e eeuw gebruikt als vrachtschip voor de binnenwateren?


JUIST!NIET JUIST!

tjalk

Levenswetenschappen > biologie (o.a anatomie en fysiologie) en scheikunde

adaptatie

Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.