terug naar zoekresultaten voor 'maoïsme'

Culturele revolutie

Culturele Revolutie. In 1966 gaf de Chinese leider van de Communistische partij, Mao Zedong, het startsein voor de 'Grote Culturele revolutie' tegen de oude beschaving van China en de Chinese geleerden, onderwijzers en kunstenaars. In drie jaar tijd werden onder het motto van 'dood aan de cultuur' tal van oude tempels en kunstschatten verwoest, bibliotheken verbrand en miljoenen mensen uit de steden gedeporteerd naar werkkampen ('heropvoedingskampen') in de agrarische gebieden om daar als landarbeiders tewerkgesteld te worden.
De charismatische wreedaard Mao Zedong slaagde er in erg veel Chinezen tot zijn Maoïsme te bekeren, onder ander door op grote schaal het door hem geschreven Rode boekje te verspreiden met daarin zijn radicale gedachten, gedragsvoorschriften en politieke idealen. Mao en zijn helpers in de regering zetten ook een jeugdbeweging op, de Rode Garde, en zetten de jeugdige Rode deelnemers aan tot allerlei gruweldaden, ook tegen eigen familieleden, en lieten hen grote vernielingen aanrichten in tempels, universiteiten, scholen en bibliotheken.
Hij liet ook miljoenen in zijn ogen onbetrouwbare kaderleden uit zijn eigen partij ombrengen of verbannen, naar voorbeeld van de zuiveringen door Jozef Stalin in de Sovjet-Unie. Het aantal Chinezen dat als gevolg van de rode agressie om te leven kwam wordt geschat op vele miljoenen. Later heeft Pol Pot met zijn Rode Khmer in Cambodja eenzelfde soort communistische terreur uitgeoefend.

Zie ook Maoïsme.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.