terug naar zoekresultaten voor 'neutraliteit'

Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlkog duurde van 1914 tot 1918. Van de Europese landen bleven Nederland, Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland neutraal in wat men in het Verenigd Koninkrijk nog steeds 'The Geat War' noemt, en waarvan de talloze begraafplaatsen en gedenktekens in België en Noord-Frankrijk de stille getuigen zijn.
Aan het begin van de oorlog verleende Nederland onderdak aan ongeveer 1 miljoen uit België voor het oorlogsgeweld vluchtende mensen. Nadat Duitsland verslagen was verleende de Nederlandse regering de oorlogszuchtige keizer Wilhelm II een luxe-asiel, eerst op kasteel Amerongen en vanaf 1920 tot zijn dood in 1941 in Huis Doorn met het aangrenzende bos.
Tijdens de oorlog waren 500.000 Nederlandse mannen gemobiliseerd ter verdediging van onze neutraliteit. Op het eiland Urk 2000 werden aan het begin van de oorlog uit België ontnapte Britse mariniers gevangen gehouden, evenals 30.000 Belgische militairen in kampen in Amersfoort, Bergen aan Zee, Harderwijk en Zeist.
De neutraliteit dwong Nederland om ook Duitse soldaten die de grens overkwamen te ontwapenen en interneren, onder andere in het Gaasterland. Behalve aan het eind van de oorlog. Toen liet Nederland de via Nederland vluchtende Duitse troepen gewoon naar huis gaan. Ook werd er aan de oorlog verdiend door handel en industrie. Ondanks de neutraliteit werden Nederlandse vrachtschepen bij tientallen door Duitse onderzeeboten getorpedeerd.
In 2009 publiceerde de schrijfster Conny Braam haar onderzoek naar de levering door een Amsterdamse chemische fabriek van grote hoeveelheden cocaïne aan de legers van beide zijden, om de soldaten roekelozer en heldhaftiger de dood tegemoet te laten gaan.
Zie ook Eerste Wereldoorlog in het hoofdstuk Internationale Geschiedenis 1900-2000.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.