terug naar zoekresultaten voor 'ik'

stadhouder

TDe stadhouder was tijdens het Spaanse bewind de vertegenwoordiger van de vorst (landsheer) in de Nederlanden. Hij had politieke en militaire bevoegdheden. Na de afzetting van Filips II bleef het ambt bestaan; de stadhouders (na 1591 twee) werden vanaf die tijd benoemd door de gewestelijke Staten.
De stadhouder had opperbevel over leger (kapitein-generaal) en vloot (admiraal-generaal), evenals talrijke benoemings- en recommandatierechten. Mede hierdoor en door de erfelijkheid van het ambt kreeg het stadhouderschap bijna koninklijke trekjes. . Na de dood van Willem II (1650) en Willem III (1702) benoemde een aantal gewesten geen stadhouder (eerste en tweede 'stadhouderloos tijdperk'). In 1795 werd het stadhouderschap afgeschaft.
Zie ook Stadhouder Frederik Hendrik, prins Maurits, stadhouder Willem IV en stadhouder Willem V.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.