Thomas van Aquino
(1225-1274) Italiaanse filosoof en theoloog, lid van de orde der dominicanen; zijn werk vormt de afsluiting en het hoogtepunt van de periode van de scholastiek. Hij verenigt de filosofie van Aristoteles met de katholieke geloofsleer. Thomas trekt een scherpe grens tussen filosofie en geloof. De filosofie is weliswaar zelfstandig maar wordt voornamelijk gebruikt als instrument om de logische consistentie van de geloofswaarheden aan te tonen en het geloof tegen de heidenen te verdedigen. Overigens kunnen geloof en filosofie niet met elkaar in tegenspraak zijn omdat ze beide scheppingen zijn van God. Thomas vat het heelal op als een hiërarchisch geordend geheel, waarin alles zijn eigen toegewezen plaats inneemt. De wereld is geschapen uit het niets (creatio ex nihilo) en de ziel is onsterfelijk. Alle kennis stamt uit de ervaring en is dus niet aangeboren. De wil wordt door de rede bepaald, want wat de rede als goed herkent, streeft de wil noodzakelijk na. Ethisch goed handelen is daarom een kwestie van inzicht: wie het goede kent, doet het automatisch.
Thomas was en is nog steeds de huisfilosoof van de katholieke kerk. In 1323 werd hij heilig verklaard en in 1879 werd zijn leer door de paus als de enige ware voorgeschreven.
Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?
adaptatie
Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.