Aristoteles

(384-322 v.Chr.) Griekse filosoof, met Plato, wiens leerling en tegenvoeter hij was, grondlegger van de westerse filosofie, opvoeder van Alexander de Grote, stichter van de peripatetische school te Athene. In 323 werd hij, net als Plato, van 'goddeloosheid' beticht, waarna hij naar Chalkis vluchtte. Hij was behalve een groot denker een groot observator: zijn wetenschappelijke studies bestrijken alle gebieden van de natuur. Hij ontwikkelde een wetenschappelijke logica als werktuig voor de kunst van het denken, het organon. De werkelijkheid is het resultaat van stof en vorm: de stof is slechts het mogelijke, dat pas realiteit wordt als het vorm aanneemt. De overgang van het mogelijke naar het werkelijke noemt Aristoteles beweging. Deze beweging is zonder begin en einde, dus eeuwig. Aan het begin van deze beweging staat het onbewogene, de zuivere vorm, God, het eeuwig zichzelf denkende denken. De ziel is de vorm van het levende wezen, en bij de mens is die ziel in haar volmaaktste vorm denken, de zuivere rede. Een leven volgens de rede levert voor de mens de grootste gelukzaligheid op. Wijsheid, inzicht en oordeelsvermogen zijn de hoogste deugden: zij stellen de mens in staat het juiste midden te kiezen tussen de uitersten. De mens is van nature een politiek dier, hij kan alleen in een gemeenschap leven en alleen in de staat (de polis) kan hij tot zedelijke volmaaktheid komen. Doel van de staat is het welzijn van de gemeenschap en dat doel bereikt hij door de jeugd en de burgers tot zedelijke flinkheid op te voeden. De filosofie van Aristoteles heeft tot in de middeleeuwen het westerse denken sterk beïnvloed. Hij werd eeuwenlang beschouwd als de absolute autoriteit op zowel het gebied van de wetenschap als dat van de filosofie.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.