terug naar zoekresultaten voor 'object'

Auguste Comte

(1798-1857) Franse filosoof, belangrijkste vertegenwoordiger van het positivisme in de 19de eeuw. Zijn leer is te herleiden tot twee fundamentele gedachten, de ene heeft betrekking op de geschiedenis van de mensheid, de andere op de indeling van de wetenschappen. De menselijke geest doorloopt in zijn ontwikkeling drie stadia: het theologische, waarin alles door verwijzing naar bovennatuurlijke krachten wordt verklaard; het metafysische, waarin alles met behulp van abstracte begrippen (kracht, doel, oorzaak enz.) wordt verklaard, en het positieve, waarin alleen op grond van observatie en experiment regelmatigheden in de verschijnselen worden vastgelegd. In het eerste stadium heersen de priester en de krijger, in het tweede de filosoof en de rechtsgeleerde en in het derde de wetenschapper en de industrieel. Comte stelt een rangorde binnen de wetenschappen vast. De basis wordt gevormd door de wiskunde, dan volgen de astronomie, de natuurkunde, de scheikunde, de biologie en ten slotte als koningin der wetenschappen, de sociologie. Elke wetenschap veronderstelt de kennis van de vorige, maar voegt er nieuwe beginselen aan toe en richt zich op een nieuw, ingewikkelder object. Het systeem der wetenschappen, dat Comte voor de eeuwigheid had ontworpen, is geen lang leven beschoren geweest. Wel hebben de methodische principes van het positivisme als basis gediend voor het neopositivisme.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.