terug naar zoekresultaten voor 'object'

postmoderne dans

Eind jaren '50 in de Verenigde Staten opgekomen vormen van moderne dans, als reactie op het tot dan dominerende (dramatische) expressionisme van met name Graham; haar leerling en sterdanser Merce Cunningham was de eerste toonaangevende vertegenwoordiger. Postmoderne dans is niet gericht op gevoelsuitbeelding, noch inleving of meeleven door de toeschouwer, maar op een spel met, dikwijls alledaagse, dans- en bewegingsvormen (de theoretische uitgangspunten zijn vaak ontleend aan Humphrey). Te onderscheiden zijn 5 hoofdvormen: 1. pure dans (vrije of lyrische dans en repetitieve dans); 2. performancedans (gaat om de persoonlijke beleving van de, vaak als een kind met objecten spelende, danser); 3. mimedans (synthese van dans en mime); 4. multimediadans (dans gecombineerd met tekst of zang); 5. omgevingsdans (dans als bewegende beeldende kunst in een speciaal gecreëerde omgeving). In Nederland is postmoderne dans in de jaren '60 geïntroduceerd door Koert Stuyf en Pauline de Groot; hedendaagse vertegenwoordigers zijn met name Krisztina de Châteln, Bianca van Dillen en Ton Simons (Cunningham). Stijlmiddelen van de postmoderne dans, vooral gebruik van tekst, zang en alledaagse bewegingen, worden vaak toegepast in het nieuwe expressionisme, zoals van Pina Bausch of Truus Bronkhorst.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.