terug naar zoekresultaten voor 'realisme'
Fokine
Michel (1880-1942) Russisch-Amerikaanse choreograaf die door zijn vernieuwingen als verhalend balletmaker geldt als de 'vader van het moderne ballet' in het westen. Als eerste huischoreograaf van Diaghilev maakte hij zijn beroemdste balletten, onder andere De vuurvogel en Petroesjka, waarvoor Stravinski de muziek componeerde. In een beroemd geworden brief aan het Londense dagblad The Times (1914) publiceerde hij zijn 'balletcredo' dat nog steeds de grondslag is van elk naar psychologisch realisme strevend verhalend ballet, met zijn 4 principes voor iedere nieuwe choreografie:
1. een eigen bewegingsstijl die past bij onderwerp en muziek; 2. alle beweging (dans en mime) dient een dramatische situatie te verbeelden; 3. groepsdansen moeten meer dan decoratief zijn en eigen zeggingskracht te hebben, overeenkomend met het verloop van de handeling; 4. de choreografie dient een eigen en niet-ondergeschikte rol te spelen, naast muziekcompositie en het toneelontwerp (decors en kostuums).
Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?
pidgin
\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook creolistiek.
