aardbeving

Een aardbeving zijn trillingen van de oppervlakte van de aarde als gevolg van het botsen van platen van de aardkorst. Daaronder, in de aardmantel, stroomt magma als gevolg van temperatuursverschillen. Deze convectiestromen trekken de platen mee. Op plaatsen waar deze dan op elkaar botsen of over elkaar heen schuiven ontstaan aardbevingen. De meeste aardbevingen ontstaan diep in de aarde, het hypocentrum genoemd. Loodrecht boven het hypocentrum, aan het aardoppervlak, bevindt zich het epicentrum. De kracht van een aardbeving wordt aangegeven door middel van een getal op de schaal van Richter, vaak in combinatie met de schaal van Mercalli, die een aanwijzing geeft voor de schade. De zwaarste aardbeving in Nederland was bij Roermond in 1992 met een sterkte van 5,8 op de schaal van Richter; de één na zwaarste in 1932 bij Uden met sterkte 5,0 op de schaal van Richter.

Zie ook platentektoniek en aardgas.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.