noodtoestand
Een opticien verkocht na sluitingstijd een bril aan iemand die zojuist de zijne had verloren. Hij ging vrijuit: hij had - aldus de Hoge Raad (1923) - in noodtoestand terecht zijn opticiensplicht boven zijn winkelsluitingsplicht gesteld. Noodtoestand, een soort overmacht, is een rechtvaardigingsgrond.
Zie ook noodweer en noodweerexces en strafuitsluitingsgronden.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
Thor
(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.