terug naar zoekresultaten voor 'ik'

toneelprijzen

Acteurs en niet op het podium zichtbare medewerkers worden gelauwerd door middel van onderscheidingen: de toneelprijzen. De bekendste daarvan voor acteurs en actrices is de Albert van Dalsumring. Dit is een naar Van Dalsum genoemde ring die door de steracteur van zijn generatie persoonlijk wordt doorgegeven aan de steracteur van de volgende generatie. Ging van Albert van Dalsum naar Paul Steenbergen naar Ko van Dijk naar Peter Oosthoek naar Pierre Bokma naar Gijs Scholten van Aschat. Analoog aan voorgenoemde ring is de Theo Mann‑Bouwmeesterring bij de actrices. Ging van Theo Mann‑Bouwmeester naar Else Mauhs naar Caro van Eyck naar Annet Nieuwenhuijzen naar Anne‑Wil Blankers. Voor acteurs is er daarnaast de Paul Steenbergenpenning, ingesteld door de gemeente Den Haag in 1982 ter ere van de naamgever, en ook een prijs die wordt doorgegeven: Paul Steenbergen (1982), Guido de Moor (1985), Willem Nijholt, Pierre Bokma (2002), Jacob Derwig (2008).

De belangrijkste jaarlijkse acteursprijzen zijn de Louis d'Or, een gouden legpenning vernoemd naar Louis Bouwmeester, en de Theo d'Or voor actrices. Deze prijzen worden jaarlijks uitgereikt door de Vereniging van Schouwburgen en Concertdirecties (VSCD) op voordracht van een jury. De VSCD reikt tegelijkertijd ook twee prijzen uit voor kleinere rollen, respectievelijk de Arlecchino en de Colombina. Noemenswaardig zijn verder de Prosceniumprijs van de VSCD, de Albert van Dalsumprijs, toegekend door de gemeente Amsterdam (opgeheven in 2003) en de Prijs van de Kritiek, toegekend door de Nederlandse theatercritici.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.