terug naar zoekresultaten voor 'ik'

theaterruimte

De ruimte waarin publiek en acteurs zich bevinden is door de eeuwen heen nogal veranderd. Sinds de Renaissance speelt en kijkt men vooral binnenshuis. In de vorm van de ruimte zijn 2 hoofdsoorten te onderscheiden: een ruimte waarin publiek en acteurs van elkaar gescheiden zijn (schouwburg, ook grote zaal genoemd) en waar men via een omlijsting naar de acteurs kijkt (een lijsttoneel); en de zogeheten vlakke‑vloertheaters, waarin acteurs en publiek zich in één ruimte bevinden en de toeschouwers meestal op een tribune zitten. Dit type theater wordt ook wel aangeduid met middenzaal, kleine zaal of studiotheater. Generaliserend kan men zeggen dat lijsttonelen stammen uit de tijd waarin theatermakers wilden suggereren dat men via een 'vierde wand' naar de werkelijkheid keek. In vlakke‑vloerzalen kan die afspraak gemakkelijker in twijfel worden getrokken. Het theater van de afgelopen decennia heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt. Daarnaast worden ook bestaande gebouwen als theater gebruikt, waarbij men de specifieke eigenschappen en sfeer van de ruimte benut: locatietheater.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.