terug naar zoekresultaten voor 'ik'
absurdisme
Stroming in het theater, na de Tweede Wereldoorlog ontstaan in Parijs die onder invloed van het existentialisme, de menselijke communicatie als iets onzinnigs beschouwt en de condition humaine als absurd en doelloos ziet. De term is afkomstig van Camus. Het absurdisme is een relatief kortdurende stroming geweest met zijn hoogtepunt in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Desondanks heeft het een onuitwisbare stempel gedrukt op de ontwikkeling van het theater sindsdien. Belangrijkste toneelschrijvers Eugène Ionesco, Arthur Adamov en Samuel Beckett. Bekendste toneelstuk: Wachten op Godot (1952) van Beckett. Terugkerend kenmerk: personages zijn alleen (zonder God) en op zichzelf aangewezen, wat leidt tot taal als barrière in plaats van communicatiemiddel.
Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?
pidgin
\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook creolistiek.