taalverloedering

Een verschijnsel dat veel mensen denken te horen of lezen in het taalgebruik van anderen, vaak jongeren, wanneer dat afwijkt van hun eigen taalgebruik. 'Anders' wordt dan beleefd als 'fout'. Meestal gaat het om taalveranderingen (nieuwe woorden en manieren van zeggen, het als minder 'grof' beleven van scheldwoorden), die van alle tijden en alle talen zijn, en waarover dan ook altijd en overal geklaagd is. Dat anderen zich niet houden aan een handvol taalregels die men zelf – vaak met moeite – heeft geleerd (hen/hun, groter als/groter dan), wordt dikwijls als taalverloedering aangemerkt. Ook in spelfouten (ik wordt, begravenis) en voorstellen de spelling te wijzigen ziet men nogal eens (de dreiging van) taalverloedering . Bij dat laatste wordt over het hoofd gezien dat formele afspraken over de manier waarop een taal in schrift wordt weergegeven, die taal zelf niet veranderen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.