terug naar zoekresultaten voor 'ik'

Opperlands

Verzamelnaam voor vele vormen van spelen met taal, naar het boek Opperlandse taal- & letterkunde van Battus, pseudoniem van Hugo Brandt Corstius (1935-2014) . Tot het Opperlands behoort onder andere het vinden en vervaardigen van palindromen (woorden of zinnen die van links naar rechts gelezen en andersom identiek zijn, zoals 'lepel' of 'Gewiekst rooft 'n oma Montfoorts kei weg'), o-sproken, e-legendes en u-kluchten (teksten met uitsluitend de genoemde klinker erin, behorend tot de familie der lipogrammen; 'lipo', Latijn voor 'ik laat weg') en pangrammen (zo kort mogelijke zinnen met alle letters van het alfabet erin). Bij de tweede editie van het boek (in 2002) doopte Battus de term Opperlands overigens om in het fonetischere Opperlans.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.