zwemmen
Belangrijke Nederlandse wedstrijdsport. In de loop der tijd zijn veel medailles gewonnen. Het begon met Ma Braun (1911-1982), die op de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928 als eerste individuele sportster goud won met haar rugslag. Zij coachte onder anderen Rie Mastenbroek (1919-2003), die in 1936 op de Spelen in Berlijn drie gouden medailles veroverde.
Na de oorlog was Nel van Vliet (1926-2006) een schoolslagzwemster met 15 wereldrecords op haar naam. Werd in 1947 Europees kampioen en won in 1948 op de Spelen in Londen goud met een Olympisch record.
Geertje Wielema (1934-2009) won in 1952 net geen Olympisch goud: zij tikte gelijk aan met een andere zwemster. Bij gebrek aan elektronische tijdsmeting moest er door een jury worden gestemd. Verder echter geen gebrek aan medailles, waaronder goud, zilver en brons op de Europese kampioenschappen in 1954. Zij werd toen de eerste Nederlandse Sportvrouw van het Jaar.
Ada Kok, hoorde bij de wisselslag tot de wereldtop. Won in 1968 Olympisch goud in Mexico Stad. Er stonden negen wereldrecords op haar naam en zij werd drie keer gekozen tot Sportvrouw van het Jaar.
Erica Terpstra, specialiste in de vrije slag. Diverse keren Nederlands kampioen, in 1962 Europees kampioen. Deed mee aan de Olympische spelen in 1960 en 1964. Na haar sportcarrière ging zij in de politiek. Was van 2003-2010 voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF).
Voor Inge de Bruin waren er in 2000 in Sydney drie en voor Pieter van den Hoogenband twee gouden medailles.
Het aantal zilveren en bronzen medailles, kampioenschappen en wereldrecords bij zwemmen was in de vorige eeuw te groot om allemaal te vermelden.
Wie schreef de roman over Don Quichot, de edelman die vocht tegen windmolens ?
natura non facit saltus
De natuur maakt geen sprongen (Aristoteles). Klassieke verwoording van het principe van de continuïteit. Er bestaan geen onverklaarbare abrupte overgangen; alles ontwikkelt zich volgens de wetten van oorzaak en gevolg, als je maar goed kijkt.