populisme
(Latijn: populus=volk). Het begrip slaat op een politieke stroming waarin veel nadruk gelegd wordt op het belang van het volk tegenover de heersende elite. Al in de Romeinse tijd bekend en bijvoorbeeld ook in de jaren vijftig in Zuid Amerika (president Peron). Populisme kreeg een nieuwe invulling door Pim Fortuyn die zich rechtstreeks op de publieke opinie beriep. In het algemeen wordt een populistische beweging geleid door een charismatische leider die een beroep doet op de eenheid die bewaard moet blijven en op vaderlandsliefde.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.