terug naar zoekresultaten voor 'asiel'

Arnon Grunberg

Arnon Grunberg (1971) is romanschrijver, essayist en columnist. Grunberg woont in New York en trok meteen veel aandacht met zijn debuut Blauwe maandagen (1994). Hij publiceert in hoog tempo, ook in dag- en weekbladen. Zijn werk wordt gekenmerkt door een originele, associatieve denktrant en een laconieke, ironische toon. In 2000 verscheen het goed ontvangen Fantoompijn. Onder het pseudoniem Marek van der Jagt schreef hij een zogenaamd nieuw debuut De geschiedenis van mijn kaalheid (2000) en in 2002 schreef hij onder hetzelfde pseudoniem Gstaad 95-98. De asielzoeker (2003), De joodse messias (2005) en Tirza (2006) werden enthousiast ontvangen. Zijn werk is vele malen bekroond, waaronder twee keer met de AKO-Literatuur-prijs (nu Boekenbon-Literatuur-prijs) en één keer met de Libris Literatuur Prijs. In 2009 ontving hij de Constantijn Huygens-prijs.
Ook de enthousiast ontvangen roman Huid en haar (2010) werd weer voor verschillende prijzen genomineerd.

Naast diverse bundels met brieven, columns en essays Schreef Grunberg nog de romans De man zonder ziekte (2012), Moedervlekken (2016), Goede mannen (2018), Bezette gebieden (2020), De dood in Taormina (2021).

De P.C. Hooft-prijs 2022 is hem toegekend voor zijn gehele oeuvre.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.