terug naar zoekresultaten voor 'ik'

fase

1. In de natuurkunde en de scheikunde: elk van de verschijningsvormen waarin een macroscopische stof kan voorkomen: gas, vloeistof en vaste stof. Wanneer de temperatuur en/of de druk verandert, kan de materie een overgang van de ene naar de andere fase ondergaan (zie ook kookpunt en smeltpunt). Vele stoffen hebben meer dan één onderscheidbare vaste fase. De tinpest, die tinnen voorwerpen uiteen doet vallen, berust op de overgang van 'wit' tin naar 'grijs' tin.
2. Bij periodieke verschijnselen, zoals in de optica, een relatieve maat die bepaald wordt door het tijdstip waarop een golf zich bevindt, ten opzichte van het moment waarop de golf de evenwichtsstand passeert.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.