terug naar zoekresultaten voor 'toeval'

evolutieleer

De evolutieleer is een theorie die door de negentiende‑eeuwse Britse bioloog Charles Darwin (1809-1882) werd geformuleerd over het ontstaan en de ontwikkeling van het leven. Volgens deze theorie (darwinisme) zijn de soorten, zoals die op aarde in de loop van de tijd zijn ontstaan, verwant; ze stammen van elkaar af. Dit wordt veroorzaakt door de natuurlijke variatie die optreedt binnen de soorten, waarop dan de natuurlijke selectie invloed heeft. Sommige spontaan ontstane variaties hebben betere overlevings- en voortplantingskansen dan andere (survival of the fittest). Zulke variaties komen dan in volgende generaties meer voor. Naast vergelijkende studies van fossielen en van bouw en embryonale ontwikkeling van organismen, levert ook de studie van het DNA belangrijk bewijsmateriaal voor de evolutieleer. Het ontstaan van leven, wellicht door chemische evolutie, waarbij miljarden jaren geleden organische moleculen werden gevormd, waaruit mogelijk leven ontstond, behoort niet tot het darwinisme. Het darwinisme gaat ervan uit dat de evolutie zich niet volgens een vooropgezet plan voltrekt, maar geregeerd wordt door toeval (namelijk de toevallige mutaties (veranderingen) in het genetisch materiaal). Daarmee is het darwinisme een geduchte concurrent van het fundamentalistische christendom, dat alle doelmatigheid en alle vooruitgang direct toeschrijft aan de goedertierenheid van het opperwezen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.