terug naar zoekresultaten voor 'ik'

embryo

Ongeboren vrucht. Benaming voor een zich ontwikkelend plantaardig of dierlijk organisme tijdens de eerste delingen van de eicel na bevruchting. Bij de mens en andere zoogdieren splitst het celklompje zich al snel (differentiatie) in drie verschillende basisweefsels, de kiembladen. Daaruit ontwikkelt zich daarna een aantal specifieke weefsels en organen. Bij de mens vindt deze ontwikkeling plaats in de periode van de vierde tot en met de twaalfde week, die wel embryonale periode wordt genoemd. Een embryo van ongeveer drie maanden heeft een lengte van negen centimeter. Hierna vindt in de foetale periode een verdere uitrijping plaats en spreekt men van foetus.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.