Romaanse stijl
Stijl in de periode 1000-1200 die zich, in tegenstelling tot eerdere stijlen, over heel Europa verspreidde. Kenmerken in de bouwkunst zijn lage dikke muren, ronde bogen, gewelven als halve cirkels (tongewelven) en kleine vensters. Voor het eerst worden kerkportalen uitgebreid met sculptuur versierd. In de miniatuurkunst worden de afbeeldingen duidelijker en decoratiever.
Wie schreef de roman over Don Quichot, de edelman die vocht tegen windmolens ?
natura non facit saltus
De natuur maakt geen sprongen (Aristoteles). Klassieke verwoording van het principe van de continuïteit. Er bestaan geen onverklaarbare abrupte overgangen; alles ontwikkelt zich volgens de wetten van oorzaak en gevolg, als je maar goed kijkt.