Hongaarse opstand van 1956

De Hongaarse opstand vond plaats in oktober-november 1956. Het begon als vreedzame demonstratie van studenten in Boedapest tegen de Russische overheersing sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog maar liep al gauw uit op een demonstratie richting het parlementsgebouw waar tienduizenden zich bij aansloten. Op een plein in het centrum werd een standbeeld van Stalin omver getrokken, de eerste keer dat zoiets in de door het Sovjet-regiem bezette staten gebeurde. Het Hongaarse leger deelde wapens uit aan de opstandelingen. Die vielen daarmee de gebouwen van de geheime politie aan en drongen binnen in het parlementsgebouw. De Russische troepen die zich aanvankelijk uit de stad hadden teruggetrokken kregen bevel de opstand neer te slaan. Tegen de binnenrukkende tanks was men niet opgewassen al werden er tientallen met Molotovcocktails onschadelijk gemaakt. Ongeveer 2500 Hongaarse burgers verloren het leven. Veel Hongaren vluchtten naar het buitenland, ook naar Nederland.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.