Culturele revolutie

Culturele Revolutie. In 1966 gaf de Chinese leider van de Communistische partij, Mao Zedong, het startsein voor de 'Grote Culturele revolutie' tegen de oude beschaving van China en de Chinese geleerden, onderwijzers en kunstenaars. In drie jaar tijd werden onder het motto van 'dood aan de cultuur' tal van oude tempels en kunstschatten verwoest, bibliotheken verbrand en miljoenen mensen uit de steden gedeporteerd naar werkkampen ('heropvoedingskampen') in de agrarische gebieden om daar als landarbeiders tewerkgesteld te worden.
De charismatische wreedaard Mao Zedong slaagde er in erg veel Chinezen tot zijn Maoïsme te bekeren, onder ander door op grote schaal het door hem geschreven Rode boekje te verspreiden met daarin zijn radicale gedachten, gedragsvoorschriften en politieke idealen. Mao en zijn helpers in de regering zetten ook een jeugdbeweging op, de Rode Garde, en zetten de jeugdige Rode deelnemers aan tot allerlei gruweldaden, ook tegen eigen familieleden, en lieten hen grote vernielingen aanrichten in tempels, universiteiten, scholen en bibliotheken.
Hij liet ook miljoenen in zijn ogen onbetrouwbare kaderleden uit zijn eigen partij ombrengen of verbannen, naar voorbeeld van de zuiveringen door Jozef Stalin in de Sovjet-Unie. Het aantal Chinezen dat als gevolg van de rode agressie om te leven kwam wordt geschat op vele miljoenen. Later heeft Pol Pot met zijn Rode Khmer in Cambodja eenzelfde soort communistische terreur uitgeoefend.

Zie ook Maoïsme.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?


JUIST!NIET JUIST!

Imme Dros

sympathie

Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.