emigratie
Emigratie na de Tweede Wereldoorlog. In zijn nieuwjaarstoespraak voor de radio, op 1 januari 1950, zei minister-president Willem Drees onder meer: "…een deel van ons volk moet het aandurven zoals in vroeger eeuwen zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan in het eigen land". De regering moedigde het emigreren aan om de druk te verminderen van de bevolkingsgroei, deels ontstaan door de geboortegolf van na de oorlog, en van de heersende woningnood. Tussen 1946 en 1961 vertrokken een half miljoen Nederlanders waarvan 125.000 naar Australië, maar een derde daarvan kwam na enige tijd teleurgesteld en uit heimwee terug. Ook gingen velen naar Amerika, Canada, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika, vooral jonge boeren, al of niet met hun gezinnen.
De beelden van de uit Rotterdam vertrekkende afgeladen emigratieschepen staan in het geheugen gegrift van oudere Nederlanders.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
Thor
(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.