emigratie

Emigratie na de Tweede Wereldoorlog. In zijn nieuwjaarstoespraak voor de radio, op 1 januari 1950, zei minister-president Willem Drees onder meer: "…een deel van ons volk moet het aandurven zoals in vroeger eeuwen zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan in het eigen land". De regering moedigde het emigreren aan om de druk te verminderen van de bevolkingsgroei, deels ontstaan door de geboortegolf van na de oorlog, en van de heersende woningnood. Tussen 1946 en 1961 vertrokken een half miljoen Nederlanders waarvan 125.000 naar Australië, maar een derde daarvan kwam na enige tijd teleurgesteld en uit heimwee terug. Ook gingen velen naar Amerika, Canada, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika, vooral jonge boeren, al of niet met hun gezinnen.
De beelden van de uit Rotterdam vertrekkende afgeladen emigratieschepen staan in het geheugen gegrift van oudere Nederlanders.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.