Nijmegen in de Tweede Wereldoorlog
Nijmegen is naast de verwoestingen van Rotterdam, Vlissingen, Middelburg en Arnhem door het oorlogsgeweld zwaar getroffen geweest. Op 22 februari 1944 werd de stad gebombardeerd door Amerikaanse bommenwerpers. Vermoed wordt dat die een fout maakten door Nijmegen aan te zien voor de Duitse stad Kleef. Door dat bombardement kwamen in de stad 800 mensen om het leven. Vervolgens werd in september van dat jaar hevig om de stad gevochten door de uit het zuiden oprukkende geailleerde troepen en de Duitse verdediging. Dankzij heldhaftig optreden van de student Jan van Hoof, die de door de Duitsers onder de Waalbrug gereed gemaakte explosieven onschadelijk maakte door de stroomdraden door te knippen, kon de Waalbrug ongeschonden op de Duitsers veroverd worden. Maar de Duitse tegenstand op en langs de weg naar Arnhem was toen nog zo sterk dat het geailleerde leger toch nog te laat was om de op de Arnhemse heuvelrug ingesloten Britse en Poolse soldaten te hulp te komen.
In de maanden na september '44 bleef Nijmegen, hoewel bevrijd, bestookt worden kanonvuur van beide kanten, met nog weer grote schade aan huizen en gebouwen en vele doden tot gevolg.
Zie ook de slag om Arnhem.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
Thor
(Germaans: Donar) In de Noord-Europese mythologie de zoon van Odin en Fjorgyn. Hij was een god van de vruchtbaarheid en de donder. Hij stond voor ordeschepper tegenover de chaos. Het onweer werd veroorzaakt door zijn wagen, waarmee hij door de hemel reed. Als kind al was hij sterk, en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjöllnir maakte hem nog sterker. Met zijn hamer die altijd doel trof en dan weer in zijn hand terugkwam, vocht hij tegen reuzen.