terug naar zoekresultaten voor 'ik'

Rijk de Gooyer

Rijk de Gooyer (1925-2011) was een Nederlandse acteur met een groot komisch talent. Hij speelde korte tijd in het cabaret van Wim Kan. Vanaf 1952 vormde hij samen met Johnnie Kraaijkamp het duo Johnnie en Rijk dat door het land trok met komische sketches. Bij het grote publiek werden zij bekend toen zij vanaf 1964 tot 1968 te zien waren in de populaire televisieserie Johnnie en Rijk-Een paar apart, waarin de handige jongen Rijk de aangever was voor de grappen van de schlemiel Johnnie. Rijk de Gooijer speelde tussen 1955 en 2001 een rol in veel geheel uiteenlopende Nederlandse films. Van Het wonderlijke leven van Willem Parel (1955) over de zoon van een orgeldraaier tot Qui vive (2001) een Joods familiedrama. Daartussen in films als Schachnovelle (1960) naar de novelle van Stephan Zweig; Naakt over de schutting (1973), een detective; Soldaat van Oranje ( 1977); Een vlucht regenwulpen (1981) naar het boek van Maarten 't Hart; In de Vlaamsche Pot, (1990-1994) een vrolijke televisieserie; De Hoogste tijd (1995) naar het boek van Harry Mulisch, waarvoor hij een Gouden Kalf won; De jurk (1996) een tragikomedie; Madelief, krassen in het tafelblad (1998), naar het boek van Guus Kuyer, dat ook weer een Gouden Kalf opleverde. Een derde Gouden Kalf kreeg hij in 1982 voor zijn gehele oeuvre.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef de opera Le nozze di Figaro?


JUIST!NIET JUIST!

Mozart

pidgin

\'Werktaal\' tussen mensen die geen gemeenschappelijke taal hebben, maar toch moeten samenwerken of handeldrijven. Basis is een samenraapsel van uitdrukkingen, constructies en woorden uit de moedertalen van de deelnemers. Pidgins hebben een beperkt vocabulaire, een beperkte grammatica, en dus beperkte mogelijkheden. Ze kunnen zeer lang bestaan als \'markttaal\', die door niemand thuis gebezigd wordt, zoals het Sabir, dat vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw langs de kusten van de Middellandse Zee in gebruik was. Wordt een pidgin eenmaal de moedertaal van een nieuwe generatie, dan spreken we van een creooltaal.
Zie ook
creolistiek.