maat
In een muziekstuk de regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde noten van allerlei tijdsduur. Ze bepalen de ritmische structuur. Elke maat duurt een bepaald aantal tellen, die worden verdeeld over de noten in de maat. Zo ontstaan maatsoorten. Die wordt aan het begin van het stuk aangegeven door twee getallen boven elkaar. Het bovenste geeft het aantal tellen binnen de maat aan, het onderste hoelang elke tel duurt. De noot waarop de klemtoon ligt duurt altijd langer dan de onbeklemtoonde. Enkelvoudige maten hebben maar één noot met een klemtoon. Samengestelde maten twee of meer. In het muziekschrift worden maten aangegeven met verticale maatstrepen.
Wie schreef de roman over Don Quichot, de edelman die vocht tegen windmolens ?
natura non facit saltus
De natuur maakt geen sprongen (Aristoteles). Klassieke verwoording van het principe van de continuïteit. Er bestaan geen onverklaarbare abrupte overgangen; alles ontwikkelt zich volgens de wetten van oorzaak en gevolg, als je maar goed kijkt.