Claude Lévi-Strauss

(1908-2009) Frans cultureel antropoloog en filosoof, introduceerde het structuralisme in de menswetenschappen. Onderzoek van primitieve culturen (waarbij hij vooral geïnteresseerd was in de mythen) bracht hem tot de overtuiging dat alle culturen, van primitief tot hoogontwikkeld, in wezen berusten op dezelfde mentale patronen, de 'infrastructuur' van de geest. Deze structuren genereren regels waarvan de individuen zich niet bewust zijn maar waardoor ze zich toch laten leiden. Die regels hebben betrekking op universele tegenstellingen als heilig-profaan, leven-dood, natuur-cultuur. De bevindingen van Lévi-Strauss hebben op zijn minst één zwaarwegende filosofische consequentie: ze doen afbreuk aan de traditionele, door de Verlichting geïnspireerde opvatting van de mens als autonoom subject.
Het denken van Lévi-Strauss heeft enorm doorgewerkt in de Franse filosofie van de twintigste eeuw: Foucault Lacan en Barthes, om alleen de grootsten te noemen, bouwen op hem voort.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.