driehoek
Figuur begrensd door drie elkaar snijdende lijnen. Is één van de ingesloten hoeken 90 graden, dan spreekt men van een rechthoekige driehoek en daarin geldt de stelling van Pythagoras: het kwadraat van de lengte van de schuine zijde (die ook wel hypotenusa wordt genoemd) is gelijk aan de som der kwadraten van de lengten van de rechthoekszijden. Als twee zijden van een driehoek even lang zijn dan hebben we te maken met een gelijkbenige driehoek. In een gelijkzijdige driehoek zijn alle zijden even lang; elk van de hoeken van zo'n driehoek is dan 60 graden.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.