differentiëren
Een wiskundige bewerking die erop neerkomt dat met zeer (oneindig) kleine veranderingen van een grootheid wordt gerekend. Wordt bijvoorbeeld toegepast om de raaklijn in een punt liggende op een cirkel, hyperbool of parabool (of nog andere figuren) te bepalen of de snelheid van een bewegend lichaam in diens baan te berekenen. Het resultaat van een differentiatie wordt afgeleide genoemd. De min of meer omgekeerde bewerking van differentiëren heet integreren. Beide begrippen, in de tweede helft van de zeventiende eeuw door Newton en Leibniz ingevoerd, brachten een revolutie in de wiskunde teweeg.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.