syntaxis

Zinsleer. Deelgebied van de taalkunde dat zich bezighoudt met de regels die de structuur van zinnen in een taal bepalen (waar moet het werkwoord staan, komen bijvoeglijke naamwoorden voor of na het zelfstandig naamwoord – 'een vrij land' tegenover 'un pays libre'), en met de samenhang tussen woorden en zinsdelen in zinnen (waarom kunnen 'Jan' en 'hem' niet dezelfde persoon zijn in een zin van het type 'Jan begrijpt hem', maar wel in een zin als: 'Jan zegt dat hem dat niet bekend is'). Bekendste onderdeel van syntaxis is het ontleden in zinsdelen (onderwerp, gezegde enzovoort).

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.