morfologie
Vormleer, deelgebied van de taalkunde dat zich bezighoudt met de regels die gelden voor het bouwen van woordvormen uit stammen (loop in loopt), en uit toevoegsels (lied in liedje) en voor het afleiden van nieuwe woorden uit bestaande woorden (scheepskapitein uit schip en kapitein) en toevoegsels (bioindustrie).
Toevoegsels (affixen) zijn soms prefixen (voorvoegsels: ge- in gezien, be- in bekopen), soms suffixen (achtervoegsels: -er in harder, -pje in boompje), en verschillen van stammen doordat ze niet als los woord kunnen voorkomen.
Welke Duitse componist zette de Carmina Burana, een verzameling Middeleeuwse liederen, op muziek?
intuïtie
Onmiddellijk als bij ingeving verkregen inzicht in het wezen van de dingen. Het is een manier van kennen die volstrekt buiten het begripsmatige denken en het stap voor stap redeneren om gaat.