postindustriële samenleving
Aanduiding in de sociologie en de economie van een klassenstructuur waarin niet meer het bezit van de technische productiemiddelen, maar kennis en informatie de belangrijkste maatschappelijke machtsfactoren zijn. In veel westerse landen, incl. Nederland, daalt de industriële werkgelegenheid snel en komen er relatief meer banen in de dienstensectoren. Uitstoot van personeel treft vooral lager geschoolden in de industrie, die steeds meer een 'high-tech' karakter krijgt. Ook in de dienstverlening, gezondheidszorg en de logistiek stijgt het gebruik van kennisintensieve technologie, zoals elektronisch betalingsverkeer, medische instrumentatie, en elektronische uitwisseling van handels- en vervoersdocumenten.
Hoe heet de psychische stoornis waarbij men continu gericht is op eigen lichamelijke schoonheid, prestaties en uitstraling?
ethiek
Zedenleer, moraalfilosofie. Het praktische deel van de filosofie dat zich bezighoudt met de bestudering van de zeden en probeert vast te stellen wat goed is en wat slecht. De ethiek kan beschrijvend zijn of normatief en in dat laatste geval stelt ze normen, voorschriften en wetten op. De normatieve ethiek probeert dus vragen te beantwoorden als: \'Wat is goed?\' \'Hoe moeten we handelen?\' \'Waarom moeten we zo handelen?\'