raï

De basis van de muziekstroming Raï ligt bij de Noord-Afrikaanse bedoeïenen. Raï betekent letterlijk 'ik vind'. Tijdens feestelijkheden werd door ouderen (cheikhs of cheikha's) gezongen over zaken die hen bezighield. Raï kwam tot bloei in en rondom de West-Algerijnse havenstad Oran, alwaar Spaanse, Portugese, Franse en Arabische muziekstijlen naast elkaar bestonden en met elkaar mengden.
In de jaren zeventig en tachtig werd dankzij jongeren (chebs en chaba's) de (pop)raï een populaire muziekstroming, zowel in Noord-Afrika als in Europa. Zij voegden elementen uit de Westerse muziek toe zoals rock, funk en reggae en zongen over onderwerpen als de liefde, vrije partnerkeuze en de schoonheid van het andere geslacht.
In de jaren negentig werd de raï verboden in Algerije door de overheid onder invloed van fundamentalistische moslims en zijn verschillende raï zangers vermoord, waaronder Cheb Hasni .

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke schrijver uit de Griekse oudheid schreef fabels zoals De haas en de schildpad?


JUIST!NIET JUIST!

Aesopus

Geschiedenis: Oudheid > gebieden, steden, rijken, volkeren

Byzantijnse Rijk

Het Byzantijnse Rijk was een Romeins keizerrijk met Constantinopel (= stad van Constantijn, later Byzantium en door de Turken Istanboel genoemd) als hoofdstad. De stad werd in 330 n. Chr. door Constantijn de Grote gesticht als de nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, waarvan het oostelijke, Griekssprekende deel op dat moment het meest welvarend en dichtstbevolkt was. In 395 deelde keizer Theodosius I het Romeinse Rijk op in een oostelijk deel, bestuurd vanuit Constantinopel (later Byzantijnse Rijk genoemd) en een westelijk deel, eerst bestuurd vanuit Rome, vanaf 402 vanuit Ravenna. Het Byzantijnse Rijk omvatte op zijn hoogtepunt delen van Europa, Klein-Azië, Palestina en Noord-Afrika. Tot in de elfde eeuw bleef het een grote mogendheid met Byzantium als grootste stad van Europa en het Midden-Oosten. Het rijk was tijdelijk in handen van westerse kruisvaarders (dertiende eeuw) en werd definitief veroverd door de Turken in de vijftiende eeuw. De heerschappij van de Byzantijnse keizer over kerk en staat was bijna absoluut.

Zie ook Byzantijnse kunst en kruistochten.