Gerrit Komrij

(1944-2012) Dichter, schrijver, essayist en vertaler. Woonde sinds 1984 in Portugal. Debuteerde in 1968 met de neoromantische dichtbundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten. Zijn essays gaan veelal over boeken van vergeten schrijvers. Hij vertaalde toneelstukken van Shakespeare. Veel waardering kregen zijn eigenzinnig samengestelde bloemlezingen uit de Nederlandse poëzie van middeleeuwen tot en met de twintigste eeuw. De roman Verwoest Arcadië (1980) geldt als zijn autobiografie. De Klopgeest, een historische roman verscheenin 2000. Komrij schrijft al jaren voor NRC Handelsblad. Eerst televisiekritieken ('de treurbuis'), daarna wekelijks scherp geformuleerde columns over (vergeten) dichters en tegenwoordig over politieke en sociale aangelegenheden ('Gouden woorden'). Komrij ontving in 1993 de P.C. Hooft-Prijs voor zijn essayistisch werk. In 2000 werd hij als eerste Nederlandse dichter benoemd tot 'Dichter des vaderlands'. In 2003 publiceerde hij Demonen, een autobiografische verhalenbundel. In Morgen heten we allemaal Ali (2010) is een groot aantal van zijn talloze artikelen, of te wel van zijn 'vrolijke bespiegelingen over de tijdgeest' gebundeld.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Italiaanse architect ontwierp het Groninger Museum?


JUIST!NIET JUIST!

Alessandro Mendini

gelijkheid voor de wet

Artikel 1 van de Nederlandse grondwet luidt: \'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.\'

De Algemene wet gelijke behandeling (AWGB, 1 september 1994) is een verdere uitwerking van Artikel 1.