Paul van Ostaijen
(1896-1928) Meest uitgesproken vertegenwoordiger van het expressionisme in de Nederlandstalige poëzie. Hij raakte in Berlijn bekend met deze stroming en met het anarchisme. In een idealistische sfeer schreef hij zijn belangrijke bundels Music-Hall (1916) en Het Sienjaal (1918), maar in Bezette Stad (1924) overheerst de oorlogsdreiging. Opvallend in zijn werk zijn de typografische experimenten, die sterk doen denken aan het dadaïsme. In het latere werk tracht Van Ostaijen tot 'zuivere lyriek' te komen; hij probeert woorden en beelden muzikaal te verzelfstandigen.
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.