Pan
In de Griekse mythologie de zoon van Hermes en de nimf Penelope (niet te verwarren met de echtgenote van Odysseus). God van het woud, het vee en het dierlijk instinct, en daarmee de beschermer van de herders en de kudden van schapen en geiten. Hij werd voorgesteld als een menselijk wezen met horens, een baard en bokkenpoten. Hij sprong door het landschap, spelend op zijn fluit. De panfluit is een van de oudste muziekinstrumenten. De fluit zou zijn ontstaan toen Pan de nimf Syrinx achtervolgde die zich in een rietstengel liet veranderen om aan hem te ontsnappen. Toen Pan bij de rivier aankwam, plukte hij de rietstengel en verdeelde hem in zeven stukken. Hij verbond deze met elkaar en begon erop te spelen om aan zijn verdriet uiting te geven. Ter herinnering aan de nimf noemde hij dit instrument Syrinx (= holle pijp).
Welke (kinderboeken)auteur werd geprezen om haar vertalingen van de Ilias en de Odyssee?
sympathie
Het onbestemde gevoel van innerlijke verwantschap met een andere mens. Meer in het algemeen: het vermogen om de vreugde en het leed van anderen mee te voelen. Op grond van de sympathie laat het welzijn of het leed van de medemens ons niet onberoerd. Hume, Schopenhauer en Feuerbach beschouwen de sympathie als de basis van alle moraal.