Apollo
In de Griekse mythologie de zoon van Zeus en Leto. Uit angst voor de wraak van Hera, de vrouw van Zeus, vluchtte de zwangere Leto naar Delos. Hier baarde zij de tweeling Apollo en Artemis.
Apollo was een knappe god, lang en fraai gebouwd en hij had vele liefdesavonturen met nimfen en sterfelijke vrouwen. Hij was onder andere de god van de geneeskunst en de waarzeggerij. Zijn orakel bij Delphi werd wereldberoemd. Apollo was ook een vaardige oorlogsgod die met zijn pijlen over grote afstand veel mensen doodde. Hij symboliseerde de triomf van het daglicht over de duisternis en de overwinning van alle goede krachten, van de positieve invloed van het licht en de zon. Ook was Apollo de god van de schone kunsten, muziek en dichtkunst; hij leidde het koor van de Muzen, dochters van Zeus en Mnemosyne. Zijn attributen waren een pijl en een boog, omdat hij als zonnegod met zijn pijlen verderf kon zaaien. Ook wordt hij als god van de muziek afgebeeld met een lauwerkrans en een citer die hij bespeelde met een plectrum.
Welke Romeinse schrijver schreef over de Romeinse keizers uit de 1e eeuw na Christus?
hagiografie
(Grieks: hagios = heilig) Beschrijving van leven en werk van een heilige. Door de talloze legenden en wonderen die in de hagiografische literatuur zijn opgenomen, heeft het woord de bijbetekenis gekregen van: onkritische levensbeschrijving.
Zie ook hagiografie in het hoofdstuk Geschiedenis: Middeleeuwen.