vaccin
Vaccin (synoniem: entstof) is de stof waarmee gevaccineerd wordt. Inenting met een vaccin wekt immuniteit op tegen een bepaalde infectieziekte. Bij vaccinatie maakt men gebruik van levende, verzwakte ziektekiemen, zoals bij pokken en gele koorts, of dode ziektekiemen zoals bij tyfus, cholera en influenza. Een derde soort vaccin bevat geen ziektekiemen, maar onwerkzaam gemaakte schadelijke stoffen die door de ziektekiemen worden uitgescheiden. De DKTP-vaccinatie bevat een vaccin tegen difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis. Het wordt toegediend op de leeftijd van 4, 5, 6, en 12 maanden. Door de goed georganiseerde zuigelingenzorg in Nederland en een strak vaccinatieprogramma komen deze ziektes in Nederland bijna niet meer voor.
Welke klier in het menselijk lichaam maakt insuline aan?
adaptatie
Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.
